Jargon
Van die typische uitspraken die acrobaten gebruiken. Aanwijzingen die acrobaten elkaar toeroepen, die menig niet-acrobaat een wenkbrauw doen optrekken.
Hieronder een aantal voorbeelden, al dan niet met uitleg, die wij toegestuurd kregen:
Meer hoofd geven
(Kom) uit je schouders
Schouders openen
Een korte buik maken
“Op voor” komen, “op achter” komen
Over hoog
Afvangen
Navangen
Smal houden
Een wasmachine
Een opzetje
“Laat je gooien”
“Maak je lang”
Handen steil
Handen plat
Tenen opzetten
In de duimen hangen
(bijdrage van Helène)
Pik d’r in!: haal de hoek uit je handstand!
(bijdrage van Ellert)
Bolk: Positie van de benen in een schouder-, hoofd- of handstand waarbij de benen ingetrokken tegen elkaar aan in balans zijn; omgekeerde hurk.
De rug ertussen zetten: Het actief vlakken van de natuurlijke holte in de onderrug, of het rechten van de onderrug.
Spietsen: Het strekken van de voet (gebeurt in enkelgewricht).
Flexen: Het optrekken / hoeken van de voet (tenen naar je toe).
Afdraaien: het landen uit een truc waarbij de landingspositie anders gericht is dan de originele standpositie.
Kuitje: Tempo via instap op achterzijde kuit.
(bijdrage van Hugo)